Birgit Goris is naast docent aan UCLL, campus Sociale School Heverlee sinds maart halftijds coach voor Zorgzame Buurten. Samen met elf andere buurtcoaches ondersteunt ze de 133 projecten. Zelf begeleidt ze tien projecten verspreid over heel Vlaanderen: “Als coach is het belangrijk om af en toe de dingen in vraag te durven stellen.”

“Als buurtcoach ga je samen met alle betrokkenen op zoek naar hoe je een zorgzame buurt vormgeeft. Dat betekent niet dat wij alle antwoorden hebben, maar dat wij vanop een afstand meekijken naar wat er gebeurt en waar projecten tegenaan lopen”, vertelt Goris. “Dit is handig omdat projecten door hun nauwe betrokkenheid uit het oog kunnen verliezen wat er goed loopt.” De coaches proberen de positieve aspecten te ondersteunen: “Dit doen we door regelmatig langs te gaan en ondersteuning te bieden in de vorm van methoden, kennis, tools... We leggen ook verbindingen tussen projecten, als we merken dat er ergens iets moois loopt. Dan verspreiden we ideeën als broodkruimeltjes tussen de projecten.”

AANSTEKELIJKE DRIVE

De samenkomst van verschillende spelers overtuigde Goris om buurtcoach te worden: “Ik vind Zorgzame Buurten een heel tof project omdat er heel wat lijnen samen komen. Partners uit welzijn en zorg werken samen en de burger bepaalt mee het tempo”, verduidelijkt ze. “Het is eigenlijk een van de eerste projecten waarbij een overheid echt van onderuit wil vertrekken, en waarbij ze de grootste stem geeft aan de mensen die in de buurt wonen. De sociale professionals worden gedwongen om dat tempo te volgen en zich daarop aan te passen. Dat vind je eigenlijk bijna niet.”

De projecten die Goris coacht zijn verspreid over Vlaanderen, maar overal zijn mensen enthousiast om van hun buurt een zorgzame buurt te maken. Goris vindt het vooral opmerkelijk hoeveel initiatieven er al bestaan: “Ik kom op projecten waar al veel sterke partners aanwezig zijn die belangrijk werk doen, maar die buiten hun regio amper gekend zijn."

ALLE BUURTEN UIT DE STARTBLOKKEN

Alle 133 projecten gingen op 1 maart van start, maar 14 buurten kregen pas op 18 maart het startsein. De projectaanvragen van deze buurten werden ook door de jury geselecteerd, maar konden pas starten nadat de vraag voor bijkomend budget werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Enkele projecten die Goris begeleidt, behoren hiertoe. Deze initiatieven zijn vooral nog zoekende, stelt Goris vast. “Ze liggen vaak in kleinschalige omgevingen waar minder partners aanwezig zijn. Deze projecten proberen nu het eigenaarschap te vergroten en meer draagvlak te creëren.”

"Verwacht niet dat mensen naar je toe zullen komen, er zijn altijd drempels, zélfs als je expliciet zegt dat je heel laagdrempelig bent.”

UITDAGINGEN VOOR VANDAAG EN MORGEN

Afhankelijk van de lokale context en fase waarin een project zich bevindt, dienen er zich verschillende uitdagingen aan. Goris vertelt: “De ene vraagt zich af hoe ze nog meer welzijnspartners aan boord kunnen krijgen, terwijl de andere dan weer op zoek is naar gezondheidspartners. De uitdaging is ook om verenigingen mee in het verhaal te krijgen. Soms zijn die mee de initiatiefnemer geweest, dan vragen ze zich af hoe ze het draagvlak kunnen verbreden. Het betrekken van alle burgers, kwetsbaar en niet kwetsbaar, is in veel projecten een hele zoektocht en een evenwichtsoefening. Want het is niet omdat de burger mee aan het roer staat, dat die ook alles moet kunnen en uitvoeren. Hoe de professional dat kan ondersteunen en faciliteren zonder het over te nemen, is de uitdaging.” 

Op 1 oktober dienen de projecten een buurtanalyse en veranderingstheorie in. Hiermee zijn de buurten die Goris coacht volop aan de slag: “In de veranderingstheorie moeten de gezamenlijke partners van een project – de buurt en de sociale professionals – aangeven wat ze eigenlijk willen bekomen: ‘Waarom doen we dit project en wat willen we ermee bereiken op korte en lange termijn?’ Een gedragen veranderingstheorie is al een grote stap vooruit.”

Daarnaast worden er nu al projectoverkoepelende uitdagingen duidelijk: “Ik denk dat een van de grootste uitdagingen voor veel van de buurten het verduurzamen van hun project is. Je merkt dat elk project nu al nadenkt hoe ze verder gaan na de tweejarige projectfase. Daarnaast is het ook belangrijk dat de buurten realistische doelstellingen stellen. Je kan niet alles tegelijk, al is de drive zo groot.”

MOTIVEREND LUISTEREND OOR

Als buurtcoach is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van wat er leeft in de projecten, maar het takenpakket van een buurtcoach gaat verder dan enkel een luisterend oor zijn: “Ik luister naar wat het knelpunt is, en bekijk samen met hen welke creatieve mogelijkheden er nog zijn. Het voelt een beetje als samen op pad gaan. Zo worden er bijvoorbeeld ervaringen uit andere projecten gedeeld, daar leer je veel uit”, geeft Goris toe.  “Wanneer alles creatief is uitgeput, geef ik dit signaal door naar de overheid.”

Met het oog op de toekomst verwacht de buurtcoach het huidige enthousiasme van de projecten te blijven ondersteunen: “Als coach moedig ik alle projecten aan om gewoon te durven doen.  Er komt misschien wel een moment wanneer twijfel overheerst en dan is het net onze taak als coach om de buurten te blijven stimuleren en hen bevestiging te geven.”

Daarnaast nemen de coaches ook de tijd om te evalueren: “Het is als coach belangrijk om af en toe de dingen in vraag te stellen. Er zijn tal van reden waarom iets gelukt is, of net niet, maar daar leer je altijd veel uit. Tijd nemen om daarbij stil te staan, is van belang."

ZORGZAME COACHES

De verschillende coaches die de 133 projecten begeleiden worden ondersteund door de Koning Bouwdewijnstichting, die vormingen en een online communicatiekanaal aanbiedt. Via dit kanaal kunnen de buurtcoaches met elkaar ervaringen delen en ideeën afstemmen: “Wij vormen samen een team op zich. We hebben de tijd genomen om elkaar te leren kennen en aan te voelen wie sterk is in wat. Daardoor is een veilige ruimte ontstaan om elkaar verder te helpen. Dit is heel fijn omdat je dit als coach ook van de projecten verwacht die je begeleidt.”

WIJZE RAAD VOOR DE BEGINNENDE OF TOEKOMSTIGE BUURT

Het is van belang om als zorgzame buurt de tijd te nemen om een sterk en divers netwerk te creëren, legt Goris uit. “Zorg ervoor dat je zelf de stap naar buiten zet en aanwezig bent op plekken waar je mensen kan ontmoeten. Verwacht niet dat mensen naar je toe zullen komen, er zijn altijd drempels, zélfs als je expliciet zegt dat je heel laagdrempelig bent.”

De laatste tip van Goris benadrukt de waarde van een goede communicatie: “We gaan er te snel vanuit dat mensen wel weten waar ze terecht kunnen en wat er in hun buurt beweegt. Ik denk dat je op zeer veel verschillende manieren moet communiceren met de mensen in je buurt, bijvoorbeeld door posters uit te hangen, te flyeren, door aan mond-tot-mondreclame te doen, of gewoon door daar aanwezig te zijn waar mensen graag zijn”, geeft ze nog mee. “Er zijn veel handen nodig om zo’n project te dragen. Enkel en alleen als je samenwerkt met verschillende partners kan je van een buurt pas écht een zorgzame buurt maken.”

 

Beeld: Jan Locus                                                                                     

Tekst: Lise Collin en Anouchka Devreker

Categorie: 
zorgzamebuurten
Trefwoorden: 
zorgzame buurten